Vleermuisvenster 0000.0011

 

 Literatuur

 

- Jellema, R. & M.C.A. Meischke & J.A. Muller (red.), Bouwkunde. Leerboek voor het middelbaar technisch onderwijs, deel 3. Delft (Waltman), z.j. (1953)5e druk. [387 blz. ISBN -]. Hierin o.a.: "Vleermuisdakvenster", blz. 225 ("leipannendak met vleermuisdakvensters"), 231 (hier in rieten dak: segmentboogvormige, lage dakkapel, waar het riet overheen welft)

- Wattjes, J.G., Constructie van gebouwen. Deel 9: Eenvoudige dakconstructies en dakbedekkingen. Amsterdam (Kosmos), z.j. (voorwoord 1930)3e druk/1e en 2e druk waren in reeks van 4 delen [335 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 204, 208

- Koepf, Hans, Bildwörterbuch der Architektur. Deel in de serie 'Kröners Tachenausgabe', nr 194. Stuttgart (Kröner), 1985ongewijzigde herdruk van 2e druk uit 1974/1e druk 1968. [451 blz. ISBN 3.520.19402.3]. Hierin "Fledermausgaupe": blz. 101, 154 (ook: "Froschmaul")

- Vigan, Jean de, Le petit Dicobat. Dictionnaire général du bâtiment. Ris-Orangis (Arcature), 1994. [957 blz. ISBN 2.9504805.2.7]. Hierin "Lucarne à jouées galbées (couverture ardoise ou chaume)": blz. 526